Het feit dat de olieprijs gisteren voor het eerst ooit negatief werd weergegeven, wil niet zeggen dat je bij het tankstation ook geld toe krijgt als je gaat tanken. De oliemarkt werkt iets ingewikkelder dan dat.

De prijzen die gisteren tot onder het nulpunt daalden waren voor een vat ruwe Amerikaanse WTI-olie. Het spul dat ze in Texas en de Golf van Mexico uit de grond pompen. De negatief koers gold voor termijncontracten in mei die vandaag aflopen. Die zijn momenteel niet populair, want de vraag naar olie is door de coronacrisis ingestort. Ondertussen blijven de oliebronnen pompen en zitten de voorraadtanks overvol. 

Dat betekent dat er tijdelijk geld toe werd gegeven voor afnemers van deze contracten. Naar verwachting is de daling tijdelijk, omdat de contracten voor juni er veel beter voorstaan. Die verhandelen nog steeds voor ongeveer 20 dollar. 

Tankstation

Terug naar de gevolgen voor de pomp. De benzineprijs is vooral gekoppeld aan de prijs van een vat Brent-olie. Dit type olie komt voornamelijk uit Europa, Afrika en het Midden-Oosten. De prijs hiervan staat op het moment van schrijven op ongeveer 24 dollar per vat en is dus niet onder de nul geschoten. De koers is wel iets gedaald, dus het instorten van de WTI-prijs heeft een klein effect gehad, maar niet genoeg om Brent mee de diepte in te slepen. 

Naast de koers voor Brent spelen er natuurlijk nog andere onderdelen mee. Zo bestaat de benzineprijs voor bijna tweederde uit belastingen, zit er marges op voor de pomphouder, raffinaderij en alle andere tussenpersonen en gaat de olieprijs over ruwe olie en niet het product dat raffinaderijen afleveren. Het zijn juist de raffinaderijen die de vraag bepalen en bij weinig tankende mensen minder olie inkopen. 

Dus helaas, geen geld toe bij het tanken, maar wie weet gaat er de komende tijd een paar cent van de literprijs af en dat is ook mooi meegenomen.