Meer bier, meer beter is hier op de redactie vaak het devies maar zelfs op  de burelen zijn er grenzen. Alcoholverslaving is namelijk niet cool. Gelukkig zijn er steeds meer manieren om ook deze ziekte te behandelen. In Amerika zijn de eerste poeptransplantaties gedaan zodat de proefpersonen minder snel naar de fles grijpen.

Onderzoekers aan de Virginia Commonwealth University hebben een verband ontdekt tussen de bacteriën, gisten en virussen in je darmen, het zogeheten microbioom, en verslavingen. De resultaten zijn nog pril, maar deze resultaten doen vermoeden dat een verandering in het microbioom een verslaving tegen kan gaan.

Alcoholverslaving is een ziekte

Het idee van een poeptransplantatie om de gezondheid van de mens te verbeteren is niet nieuw. In de westerse geneeskunde is men al vijftig jaar met deze methode aan het experimenteren, Chinese geneeskundigen doen het al millennia. De afgelopen jaren kwam er meer aandacht voor. Ook kwam er meer aandacht voor het microbioom. Deze samenstelling van bacteriën in je darmen, bepaalt een groot deel van je gezondheid. De darmen worden om die reden ook wel een tweede stel hersenen genoemd.

De wetenschappers van de universiteit onderzoeken nu de relatie tussen het buikbrein en de alcoholverslaving. “Mensen met een alcoholverslaving worden vaak opgegeven”, zegt Jasmohan Bajaj, hoofdauteur van het onderzoek. “Maar het is een gewone ziekte. Er is een genetische aanleg en het microbioom kan iemand aanmoedigen meer te drinken.” 

Van dieren naar mensen

Al eerder werd het onderzoek met poeptransplantatie bij alcoholverslaving gedaan bij dieren, nu wordt er ook op mensen getest. Voor deze eerste proef zijn twintig mannen van midden zestig gerekruteerd. Ze zijn allemaal gediagnosticeerd met een alcoholverslaving en hebben levercirrose, veroorzaakt is door alcohol. Een deel heeft een placebotransplantatie gekregen, een ander deel een echte.

“Van de tien patiënten, hadden negen minder behoefte aan alcohol en werden er minder alcoholgerelateerde metabolieten in de urine gevonden.” Na vijftien dagen bleken de mannen significant minder te drinken. Het onderzoek staat nog aan de beginfase, maar is hoopvol. “We weten dat het voor deze groep in elk geval veilig is om verder te kijken naar deze methode.”