Het plan was duidelijk, voor de uitbreiding van de provinciale weg N34 in Drenthe zou de provincie 420.000 kuub eigen zand afgraven bij recreatiepark de Huttenheugte. Ja, zo heet het echt.

Het was nog best aardig uitgedokterd, want de provincie Drenthe had het zand nodig en het park wou graag een diepere recreatieplas voor beter zwem- en viswater. Daarbij ligt het park dichtbij de N34, dus tot zover niets aan de hand.

Dwarse Drent ging dwarsliggen

Een bemoeizuchtige bewoner in de buurt van het gebied vreeste echter dat de zandwinning tot overlast zou leiden, en stapte naar de rechter. De aanklagende aanwonende werd in het gelijk gesteld en de geplande afgravingen werden afgeblazen.

Gelukkig werd er al snel een oplossing gevonden: de zandmarkt. Het enige probleem, zand op de zandmarkt kost blijkbaar ruim twee keer zoveel als de eigen zandvoorziening. Met als gevolg dat de provincie voor vijf miljoen euro aan zand heeft moeten aankopen.

Maar wacht, er is meer

Tot overmaat van ramp was er al twee miljoen euro geïnvesteerd in het project. "Voor de Huttenheugte zijn al 2 miljoen aan kosten gemaakt waarvan 1 miljoen voor een aannemer en grondverwerving voor het tijdelijke zanddepot." Concluderen statenleden Thea Potharst van de Partij voor de Dieren en Annigje Udinga van de VVD bij RTV Drenthe. 

"We hebben het nodige leergeld betaald en we gaan bij een volgende  aanbesteding van werk wel drie keer checken of het zand ook echt  beschikbaar is." 

De provincie Drenthe belooft bij soortgelijke projecten voortaan niet meer de kop in het zand te steken.