"Geschift" prehistorisch knaagdier breekt iedere evolutiewet
Het beest gebruikte zijn krokodilachtige achterpoten om kuilen te graven
Paleontologen van over de hele wereld breken hun brein over het zeer goed bewaard gebleven fossiel van het 'gestoord beest' uit Madagaskar. Adalatherium Hui - dat 'gek beest' betekent in het Grieks - lijkt zich compleet niet te houden aan iedere wet van Darwin, schrijft WHDH. Toch doen zijn postuur, skelet en gebit zelfs na een jarenlange studie nog steeds vele wenkbrauwen fronzen. Wat maakt 66 miljoen jaar oude schepsel zo 'gek'?
Adalatherium was ongeveer zo groot als een kat, voor een zoogdier uit het Krijt is dit uitzonderlijk groot. Zoogdieren komen al zo'n 160 miljoen jaar voor op aarde, maar waren in hun beginperiode zelden groter dan een konijn. Een klein lijf in combinatie met een ondergrondse levensstijl in de luwte, was de enige manier om uit de bek van een kolossale vleesetende moordmachines met schubben en honger te blijven.
De voorkeur voor een ondergrondse levensstijl is niet heel verrassend. Maar tegen iedere vorm van logica in gebruikte hij zijn achterpoten met sterke honingdasachtige klauwen om zijn holletje te graven. Deze kenmerkende graafnagels ontbraken bij zijn slungelige voorpoten die bovendien een stuk langer zijn.
Gravende krokodas
De positionering van Adalatherium's achterpoten aan de zijkant van de romp, lijken op die van krokodillen. Dit is vrij normaal bij prehistorische zoogdieren. Maar de voorpoten matchen hier totaal niet mee. Deze 'modernere' ledematen zitten verticaler aan de wervelkolom vast, net als bij katten of honden. Omdat voor- en achterzijde elkaar 'tegenspreken', hebben experts geen idee hoe de krokodas zich voortbewoog en überhaupt kón bestaan.
Wat ze wel over Adalatherium wisten vast te stellen, is dat het om een knaagdier gaat. Verder zit er een opvallend groot gat in zijn schedel. Vermoed wordt dat dit bedoeld was om ruimte te maken voor een wirwar aan zenuwen en aderen die leidden naar een snuit met een zeer sterk reukvermogen. Ook de ruggengraat valt uit de toon omdat hij veel meer wervels heeft dan andere zoogdieren.
Dan het gebit. Duidelijk is dat het om een herbivoor gaat vanwege de konijnachtige voortanden. De rest van de tanden zijn gestructureerd op een manier die compleet niet is te verklaren. "Buitenaards", noemt curator David Krause van het Nature en Science Museum in Denver het.
Samen met de dino's ten onder
De overblijfselen van Adalatherium Hui werden in 1999 ontdekt en in de voorbije jaren opnieuw grondig onderzocht. Van de diersoorten die nu leven, zijn muizen het meest verwant. Maar hoe ze hem precies moeten plaatsen op de evolutionaire ladder en hoe hij zich zo 'buitenaards' ontwikkelde, blijft wederom een raadsel. Dit wordt extra lastig omdat fossiele resten van zoogdieren uit het Krijt bijna nooit zo compleet zijn als deze.
Ondanks het opmerkelijke postuur heeft deze Madagaskaanse megaknaagdierensoort de massa-extinctie van 65 miljoen jaar geleden die een einde maakte aan 150 miljoen jaar dino-dominantie waarschijnlijk niet overleefd. De knaagdierachtigen dit wel deden, kregen de ruimte om zich tot het zoogdierenrijk van nu te ontwikkelen: van olifanten tot pandaberen en van vleermuizen tot Gerda's die graag naar de Action gaan.
Dat zo'n opmerkelijke verschijning uitgerekend van Madagaskar komt, is overigens niet heel vreemd. Het is al 88 miljoen jaar een eiland nadat het zich afscheurde van het Indiase subcontinent. Sindsdien vormt het een uniek en gesloten ecosysteem. Ook tegenwoordig komen er diersoorten voor die compleet anders zijn dan elders zoals maki's, fossa's en tweederde van alle kameleonsoorten.