Woningmarkt naar kookpunt, huizenprijzen stijgen naar recordhoogte
'Politiek moet meer woningen bouwen'
Ook in het vierde kwartaal van 2020 schoten de huizenprijzen als een raket omhoog. De verkoopprijs van de gemiddelde verkochte woning steeg naar 365.000 euro, een stijging van liefst 11,6 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019, zo meldt makelaarsvereniging NVM.
De vraag naar koopwoningen blijft erg hoog en in 2020 zijn er 3,7 procent meer koopwoningen in bestaande bouw verkocht dan in 2019. In toaal wisselden vorig jaar 154.000 woningen van eigenaar. Het probleem zit hem echter in het aanbod dat zich op een historisch laag niveau bevindt. Elke huizenzoeker kan momenteel gemiddeld uit slechts 1,9 woningen kiezen en dat is het laagste niveau van deze eeuw.
De trend blijft dat Randstedelingen steeds meer de provincie intrekken. In 2020 zocht bijna tien procent van de Randstedelijke kopers een woning in de acht niet-Randstedelijke provincies. In 2015 was dat nog slecht 5,5 procent. De regio’s zuidwest Friesland en zuidoost Drenthe zagen bijvoorbeeld een duidelijke toename van kopers uit de Randstad.
Overheid moet ingrijpen
Door de sterk gestegen prijzen vallen sommige woningzoekers buiten de boot en NVM-voorzitter Onno Hoes wil dan ook dat de overheid een sterkere rol pakt bij de planning van de woningbouw. "Bijna alle politieke partijen hebben nu gelukkig veel aandacht voor dit maatschappelijke vraagstuk en het probleem erkend in hun verkiezingsprogramma's. Goede voornemens zijn het begin, maar de woningmarkt schreeuwt om actie. We hebben écht een substantiële toename van het aantal woningen nodig, zodat ze betaalbaar blijven."