De politie die in Washington D.C. het Capitool bewaakt had al dagen kunnen weten dat demonstranten mogelijk het parlementsgebouw zouden willen binnenvallen. Dat schrijft The Washington Post zaterdag naar aanleiding van een intern rapport van het politiebureau. Op 6 januari drong een groep van honderden Trump-aanhangers het Capitool binnen terwijl het Amerikaanse Congres daar de verkiezingsoverwinning van Joe Biden verzegelde. Bij de gewelddadige bestorming kwamen vijf mensen om het leven, onder wie een politieagent.

De 'Capitol Police' stond er lang alleen voor tijdens het incident omdat de nationale garde pas na enkele uren arriveerde, er was dus relatief weinig politie op de been. Toch waarschuwde een intern rapport al drie dagen voor de bestorming dat het uit de hand zou kunnen lopen. "Aanhangers van de huidige president zien 6 januari 2021 als de laatste mogelijkheid om de uitslag van de presidentsverkiezingen terug te draaien."

De wanhoop was bij de verwachte demonstranten toegeslagen en het Capitool zou doelwit kunnen worden van geweldsuitbarstingen, is te lezen in het rapport. "Anders dan bij andere protesten na verkiezingen zijn de doelwitten van de Trump-aanhangers niet de tegendemonstranten, maar het Congres zelf."

Niets mee gedaan

Ondanks de dreiging die in het rapport wordt beschreven, werd de informatie niet gedeeld met andere autoriteiten. Experts zeggen dat er nalatig is gehandeld en dat de Capitool-politie had moeten waarschuwen, zodat de veiligheidsmaatregelen konden worden opgeschroefd.

Ook de FBI bleek al te weten dat demonstranten bereid waren tot het gebruiken van geweld. Eerder ontkende de dienst dit. Een bureau van de FBI in Virginia zou een paar dagen voor de rellen hebben gewaarschuwd dat extremisten die dreigden met "geweld en oorlog" van plan waren om naar de hoofdstad te komen. 

Precieze plannen waren volgens de openbaar aanklager in Washington nergens bekend. Dat de overheid wist van de mogelijke intentie om politici te liquideren wordt ontkend door aanklager Michael Sherwin.