Rode Kruis: noodzaak voor voedselhulp groeit

Steeds vaker vragen ook ondernemers, studenten en alleenstaande ouders om ondersteuning
Het aantal Nederlanders dat moet aankloppen bij het Rode Kruis voor voedselhulp stijgt flink. Steeds vaker gaat het om studenten, ondernemers en alleenstaande ouders. Dat meldt de organisatie vandaag in een nieuwsbericht.
Met de start van de coronacrisis is de hulporganisatie begonnen met het geven van voedselondersteuning. De hulp is gericht op mensen die niet genoeg geld hebben om zichzelf te onderhouden en niet van andere ondersteuning gebruik kunnen maken. In eerste instantie bestond deze groep met name uit ongedocumenteerden, dak- en thuislozen en arbeidsmigranten.
In mei 2020 werden ongeveer 2.200 boodschappenkaarten en voedselpakketten per week uitgedeeld. Inmiddels is dit opgeschaald naar 6.000 boodschappenkaarten per week. Omdat het voor de organisatie lastig wordt om deze ondersteuning financieel te dragen is giro 5125 opengesteld.
Ondernemers, studenten en alleenstaande ouders
In de afgelopen maanden is de groep hulpbehoevenden uitgebreid. Het Rode Kruis constateert dat onder andere steeds meer ondernemers een verzoek doen voor ondersteuning. "We horen vanuit Amsterdam dat er mensen aankloppen voor hulp die nooit verwacht hadden dat zij in deze situatie terecht zouden komen." Dat stelt de directeur van de hulporganisatie, Marieke van Schaik.
Het gaat hierbij vooral om ondernemers en zzp'ers die een stabiel inkomen hadden maar door hoge vaste lasten en teruggelopen inkomsten financieel klem zijn komen te zitten. "Zij ontvangen vaak net te veel ondersteuning om voor reguliere voedselhulp in aanmerking te komen, maar komen door de hoge vaste lasten niet rond." Deze groep valt op die manier tussen wal en schip.
Een andere groep die steeds vaker om hulp vraagt zijn de studenten. Dit heeft vooral te maken met het wegvallen van bijbanen en gevallen waarin ouders niet kunnen bijspringen in verband met de eigen financiële situatie. Ook is er volgens het Rode Kruis een toename in het aantal alleenstaande ouders dat om voedselondersteuning vraagt.