Iedereen en zijn moeder wil dat de terrassen opengaan, nu de horeca opnieuw verklaard heeft het water aan de lippen te hebben en ‘mensen anders toch wel in het park verzamelen.’ Vanmorgen kwam er een welwillende viroloog op de radio die zei dat het wel kon, en dus kreeg coronaminister Hugo de Jonge vandaag de vraag op zijn bord: kunnen de terrassen open? Pretty please? Zijn antwoord: nee.

“Dat zou onverstandig zijn. De ruimte voor versoepelingen is even op,” zei De Jonge vandaag volgens de Telegraaf. Daarmee impliceert hij dat er afgelopen dinsdag ruimte was voor versoepelingen én dat terrassen tot nieuwe verspreiding leiden. Op afstand moet het kunnen, zei ook viroloog Louis Kroes vanmorgen: “Virusoverdracht in typische buitensituaties is zeer waarschijnlijk tot onmogelijk.” Het kabinet lijkt vooral bang voor een aanzuigende werking, oftewel volstromende binnensteden. Maandag gaan De Jonge en Justitieminister Grapperhaus met de burgemeesters van het veiligheidsberaad in gesprek om te kijken of er een manier is om het wel veilig toe te staan.

Kun je rekenen?

Optimistisch hoeft de horecaondernemer of polsliefhebber er niet over te zijn, zegt de minister. “Dit is gewoon niet het moment om de teugels te laten vieren.” Als de parken te vol zijn, vindt hij, moet je daar strenger handhaven, niet de terrassen open gooien.

Daar denkt Koninklijke Horeca Nederland verrassend genoeg anders over. 65 afdelingen van de brancheorganisatie roepen hun deelnemende ondernemers op om volgende week dinsdag de rieten stoelen buiten te zetten. Minister Grapperhaus heeft al gezegd te willen gaan handhaven. Ook de politiebond heeft van zich laten horen: agenten denken dat een gedeeltelijke opening van de horeca meer handen vrijmaakt voor de handhaving elders. Agenten hoeven immers niet meer de hele tijd jongeren uit elkaar te trekken in parken als ze naast elkaar zitten op een terras. 

Social