Briefje van demissionair minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven (D66) woensdag. Of de Tweede Kamer bereid is om 150 miljoen euro af te tikken voor de aankoop van een Rembrandt. Twee jaar geleden werd bekend dat het zelfportret De Vaandeldrager uit 1636 te koop zou worden aangeboden. Destijds stelde de Franse regering echter een exportverbod in, voor een periode van 30 maanden. Nu deze periode is verstreken, en de Franse regering heeft aangegeven zelf niet tot aankoop over te gaan, heeft het kabinet het voornemen samen met De Vereniging Rembrandt en het Rijksmuseum te Amsterdam, dit schilderij te kopen en 'het daarmee voor altijd in het Nederlandse publieke domein te brengen'.

Dat is goed nieuws voor de Franse tak van de familie Rothschild die het schilderij in de aanbieding heeft, in 2016 kocht de overheid de huwelijksportretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit uit 1634 (eveneens van Rembrandt) van de Rothschilds voor 160 miljoen euro.  

De Vaandeldrager kost in totaal 175 miljoen euro, de Vereniging Rembrandt en het Rijksmuseum dragen de resterende 25 miljoen euro bij. Opmerkelijk, in 2019 was het werk tien miljoen euro goedkoper.

En er is haast bij, schrijft Van Engelshoven: "Ik verzoek uw Kamer dit voorstel voor het Kerstreces te behandelen, want er is beperkte tijd om alles rond te krijgen."

Met deze aankoop kunnen we één van de mooiste Rembrandts toegankelijk maken voor iedereen. Samen met @rijksmuseum en @VRembrandt zorgen we ervoor dat #DeVaandeldrager voor altijd Nederlands publiek bezit blijft. pic.twitter.com/6gypDjTDwn

— Ingrid van Engelshoven (@ivanengelshoven) December 8, 2021