Het Rijksmuseum schrapt het woord ‘Bersiap’ toch niet uit de tentoonstelling over Indonesië, zegt museumdirecteur Taco Dibbits donderdag tegen het Parool. Eerder deze week maakte de Indonesische gastcurator Bonnie Triyana bekend dat hij de term zou schrappen uit zijn tentoonstelling ’Revolusi, Indonesië onafhankelijk’. Dibbits bevestigde dat. De Federatie Indische Nederlanders (FIN) deed vervolgens aangifte en ook volgden Kamervragen.

Eerder zei Dibbits letterlijk: 

"Er is voor gekozen in de tentoonstelling geen specifieke term te gebruiken voor het aangedane leed in deze periode."

Dibbits nu tegen de lokale krant:

"Anders dan gesuggereerd wordt: het Rijksmuseum schrapt de term bersiap niet en doet deze niet in de ban. Laat het duidelijk zijn dat wij op geen enkele wijze het geweld en het leed waarnaar de term verwijst ontkennen, noch de pijn die tot de dag van vandaag door velen nog gevoeld wordt. Wij leggen de term bersiap uit en voorzien hem van historische context. De tentoonstelling erkent en toont zowel het geweld in deze periode tegen Indo-Europeanen, Nederlanders, Molukkers, Chinezen en anderen die aan Nederlandse zijde stonden of daarvan verdacht werden, als het geweld tegen andere groepen waaronder Indonesiërs in dezelfde periode."

Bersiap is de term, die wordt gebruikt voor de gewelddadige periode in Indonesië na de Japanse capitulatie in 1945. Vele duizenden (Indische) Nederlanders werden destijds op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord door de Indonesiërs. De schattingen variëren tussen de 5000 en 30.000 doden. Ook een onbekend aantal Chinezen, Molukkers en andere etnische minderheden werd slachtoffer van geweld.

Volgens Triyana was de term echter 'racistisch' en diende daarom geschrapt te worden. Dibbits komt daar nu dus op terug.