Staat niet aansprakelijk voor leed 'afstandsmoeders'
Rechter doet uitspraak
Een ongetrouwde moeder die tussen 1956 en 1984 tegen haar wil afstand moest doen van haar pasgeboren kind heeft een rechtszaak tegen de staat verloren. De rechter oordeelde woensdag dat de Raad voor de Kinderbescherming vorige eeuw niet onrechtmatig gehandeld heeft. De zaak werd aangespannen door vrouwenrechtenorganisatie Clara Wichmann en de 75-jarige 'afstandsmoeder' Trudy Scheele.
Trudy deelde haar lot in de vorige eeuw met naar schatting tussen de 13.000 en 14.000 moeders. In de jaren '60 raakte Scheele zwanger, waarna ze moest onderduiken in een klooster tot na haar bevalling. Families deden dit vaak om de zwagerschap geheim te houden. Toen Trudy beviel moest ze haar kind tegen haar wil laten adopteren.
Scheele beweert dat de Kinderbescherming een actieve rol heeft gespeeld in het afstand laten doen van haar kind. Ze zegt niet goed op de hoogte te zijn gesteld van haar rechten om het kind te houden, en min of meer te zijn omgepraat. De rechter oordeelde vandaag dat dit wellicht in individuele gevallen gebeurd kan zijn, maar dat de organisatie in haar geheel niet aansprakelijk is.
Met de rechtszaak hoopten de aanklagers dat er erkenning zou komen voor het leed van de moeders, van wie velen hun kind nooit meer terugzagen.