D66-leider Sigrid Kaag heeft meerdere malen contact gehad met het MeToo-slachtoffer binnen de partij. Het bestuur van D66 zou Kaag gerustgesteld hebben. “Soms heb ik het idee dat het meer over de ophef gaat en minder over het slachtoffer”, liet ze gisteren weten.

Als partijleider zegt ze eigenlijk geen rol te hebben gehad in de zaak rondom partijprominent Frans van Drimmelen, die zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. Kaag heeft meerdere keren contact gehad met het slachtoffer. 

In december 2020 zijn er twee telefoongesprekken geweest, in april vorig jaar was er sms-contact, herinnert Kaag zich. Het slachtoffer vertelde daarin dat er een verschil is tussen het openbare onderzoek en het vertrouwelijke deel, blijkt uit de sms’jes in handen van de Volkskrant.

Niet actief mee bezig

Het vertrouwelijke deel had Kaag niet ingezien, toch besloot ze naar het bestuur te gaan. “Het strikte advies van het toenmalige bestuur was dit gesprek niet te vervolgen”, zegt Kaag. “Ik neem het mezelf kwalijk dat ik niet ben blijven aandringen.”

In mei dat jaar hadden Kaag en het slachtoffer opnieuw contact. De vrouw schreef dat er in het vertrouwelijke deel van het onderzoek grensoverschrijdend gedrag is aangetoond. “De pleger is bij jou bekend en lid van de partij. Tegelijkertijd doe je ferme uitspraken in de media, dat dergelijk gedrag niet wordt getolereerd.”

Kaag kan zich dat gesprek niet herinneren, laat ze weten. Ze zegt niet de hele dag actief bezig te zijn geweest met de zaak.

Onderzoek

In totaal hebben zich 19 mensen gemeld in het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag binnen D66. Ze lieten weten zich niet veilig te voelen. Volgens het rapport was de sfeer joviaal en gezellig. Daarnaast werd er geflirt en waren er seksuele en/of buitenechtelijke relaties.

Wat betreft grensoverschrijdend gedrag gaat het vooral om seksistische en denigrerende opmerkingen. Ook werd er in elk geval in één zaak herhaaldelijk om seksueel contact gevraagd.

Lees hier meer over de zaak rondom D66.