Het Openbaar Ministerie heeft acht jaar celstraf geëist tegen één van de door Nederland teruggehaalde IS-vrouwen. Justitie beschuldigt de 28-jarige Ilham B. van deelname aan een terroristische organisatie. Ze reisde in 2013 vanuit Gouda af naar Syrië om zich aan te sluiten bij terreurgroep IS. 

Volgens justitie zat Ilham niet braaf op de bank te wachten tot haar man terugkwam van het afslachten van ongelovigen, maar speelde ze zelf ook een actieve rol in de strijd. "De vrouw ondersteunde niet alleen haar man als IS-strijder, maar had ook zelf een belangrijke rol in een vrouwenbataljon in Raqqa. Daarin werden vrouwen getraind om te vechten en leerden zij hoe met wapens om te gaan."

Het avontuur eindigde niet zo paradijselijk voor het vechtende stel. Na de val van Raqqa werden ze beiden in de zomer van 2017 gevangen genomen en opgesloten in een Koerdisch kamp. Ilhams man is in Irak ter dood veroordeeld vanwege het gebruik van chemische wapens en wacht momenteel op de uitvoering van het vonnis. 

Terughalen

De Nederlandse rechter oordeelde in 2018 dat de Nederlandse staat Ilham en haar kinderen uit Syrië moest ophalen, zodat ze hier berecht kon worden. In juni 2021 gebeurde dat daadwerkelijk en is de vrouw met drie kinderen door een Nederlandse delegatie vanuit Syrië terug naar de polder gevlogen.