Ben & Jerry's, bekend van het ijs met een lading koekjesdeeg en een scheut activisme, daagt moederbedrijf Unilever voor de rechter. De ijsfabrikant is het oneens met de verkoop van hun product aan een lokale speler in Israël. De ijsmaker, opgericht door twee Amerikaanse broers, wil niets met Israël te maken hebben vanwege de nederzettingen in Palestijnse gebieden.

Ben & Jerry's was eerder zelf al gestopt met het verkopen van ijs in door Israël bezette gebieden omdat ze dit in strijd vonden met de normen en waarden van het bedrijf. Ook in andere landen in het Midden-Oosten is het prijzige ijs niet meer verkrijgbaar. Toch blijkt dat Unilever nu Ben & Jerry's verkoopt aan het Israëlische Avi Zinger. Dat zou in strijd zijn met de rechten die Ben & Jerry's als dochterbedrijf heeft.

Toen het merk in 2000 werd gekocht door Unilever, werd afgesproken dat zij zelf de beslissingen over de verkoop mochten blijven maken. Ook zou het volgens die afspraak de taak zijn van Unilever om te waken over de integriteit van het merk. Het moet nog blijken wat het juridische conflict gaat betekenen voor de samenwerking van het moeder- en dochterbedrijf. 

De rechtszaak dient op 14 juli.

Social