'Eerste versie van app voor Europees DigiD moet volgend jaar klaar zijn'

Van Huffelen wil inzetten op open-source voor omstreden Europese digitale identiteit
Volgend jaar moet er een eerste versie van een Europees DigiD komen, dat vindt het kabinet. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen wil dat de wallet voor het eID, de Europese digitale identiteit, in 2023 beschikbaar is. De app moet op termijn gekoppeld wordt aan de wallets van de andere lidstaten.
Volgens Van Huffelen gaat het om een 'eerste versie van een Nederlandse open-source wallet'. Ze legt naar eigen zeggen 'de hoogste lat als het gaat om gegevensbescherming, informatieveiligheid en toegankelijkheid.' Na de eerste versie zouden in samenwerking met 'publieke en private partijen' meerdere concepten moeten worden ontwikkeld.
De EU wil in 2025 een digitale identificatie invoeren die gekoppeld is aan een Europees persoonsnummer. Met een app kunnen burgers zich dan identificeren en officiële documenten delen. Het voornemen van de EU en de weg er naartoe kan op veel opgetrokken wenkbrauwen rekenen.
Kritiek en zorgen
Volgens critici heeft het invoeren van een Europese identiteit behoorlijk wat haken en ogen. Vooral als het gaat om privacy. ''Wij zien er vooral nadelen aan. Door eID dreig je je voor steeds meer diensten te moeten identificeren'', zei Vincent Böhre van stichting Privacy First in juni tegen Nu.nl.
Onder experts zijn er vooral zorgen over de uitvoering. Zij benoemen de voordelen van het het makkelijk kunnen aantonen wie je bent, maar benadrukken de veiligheidsrisico's die kleven aan een digitaal systeem. Er wordt gepleit voor een open-source applicatie. Dit houdt in dat de code achter de app voor iedereen inzichtelijk is.
Tweede Kamer
Ook vanuit de Tweede Kamer ondervindt het plan weerstand. Begin juni steunden de meeste fracties een motie van de ChristenUnie waarin nadrukkelijk bezwaren en bedenkingen tegen de Europese digitale identiteit werden geuit. De partijen vinden het risico van datadiefstal en privacyschending te groot.
De Kamer wil garanties over hoe er met gegevens en documenten wordt omgegaan en dat burgers nooit gedwongen zullen worden om van het systeem gebruik te maken. Het parlement pleit voor samenwerking met de bestaande systemen in plaats van een centraal Europees systeem.
'Altijd vrijwillig'
Van Huffelen benadrukt dat het gebruik van een eID altijd vrijwillig moet zijn en dat burgers een keuze moeten hebben. Ook stelt zij bezwaar te hebben gemaakt tegen het gebruik van een centraal Europees persoonsnummer. ''Ik heb ervoor gepleit de eis van ‘open source’ te onderzoeken, om te bevorderen dat het ontwerp en de werking van de wallet volledig transparant zullen zijn.''
''In verdere onderhandelingen zal ik mij samen met andere lidstaten die onze waarden delen inzetten voor bescherming tegen overvraging, overidentificatie en uitsluiting.'' Het risico van overidentificatie wordt door veel critici aangehaald. Zij vrezen dat het eID ervoor zorgt dat op steeds meer plekken 'digitale controlepoortjes' worden opgezet.