Veertien jaar onterecht vast door een rechterlijke dwaling. De 64-jarige Rob B. is maandag in de rechtbank in Arnhem vrijgesproken van betrokkenheid bij de Rosmalense 'flatmoord'. B. werd in 2008 veroordeeld tot tbs met dwangverpleging. De rechter vonnist nu dat B. niets had misdaan en ten onrechte is veroordeeld, meldt NU.nl.

Rob B. vond op 10 april 2000 zijn partner Regie met doorgesneden keel in hun gezamenlijke flatwoning in Rosmalen. Hij lichtte de hulpdiensten in en werd dezelfde dag aangemerkt als verdachte en aangehouden. Volgens B. had zijn vriendin zichzelf van het leven beroofd. De rechter dacht daar anders over en in hoger beroep werd doodslag bewezen geacht. De verdachte kreeg tbs, de behandeling liep tot 2017.

De Hoge Raad oordeelde in 2020 dat de zaak opnieuw moest worden beoordeeld. In de rechtszaal uitte het hof vandaag kritiek op de deskundigen die de conclusie trokken dat zelfdoding onwaarschijnlijk was. Dat oordeel woog zwaar mee in de uiteindelijke veroordeling. Ondertussen was een van de deskundigen betrokken bij het opsporingsonderzoek, en werd deze later ook nog opgevoerd als onafhankelijke deskundige. Tot overmaat van ramp woonden de twee samen en bespraken zij de zaak.

Op basis van de conclusies van andere deskundigen wordt zelfdoding nu toch het meest waarschijnlijk geacht. "Er zijn geen concrete en overtuigende aanwijzingen meer dat de verdachte betrokken was", aldus het hof. Ook een niet eerder opgevoerde verklaring van een huisarts gaf extra aanleiding tot hernieuwd onderzoek. De overleden vrouw zou de huisarts kort voor haar dood hebben gevraagd iets uit haar hals te snijden. Volgens de huisarts was er niets dat verwijderd moest worden.

Rob B. was niet bij de zitting aanwezig. Zijn advocaat liet weten dat dit emotioneel te zwaar voor hem zou zijn. Toen twee weken geleden justitie het hof verzocht om hem vrij te spreken was B. wel aanwezig. Toen stelde hij 'voor het leven getekend' te zijn. ''Mijn leven is mij afgenomen.''

Met de vrijspraak wordt de Rosmalense 'flatmoord' opgenomen in een illuster rijtje met gerechtelijke dwalingen als de Puttense moordzaak, Schiedammer parkmoord en de zaak-Lucia de Berk.