Het kabinet wil Koranscholen waar kinderen wordt geleerd dat 'discriminatie, onverdraagzaamheid en isolationisme' acceptabel is aanpakken. Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs Dennis Wiersma (VVD) gaat bij wet vastleggen wanneer onderwijs 'anti-integratief, antidemocratisch of antirechtsstatelijk' is, zodat de Onderwijsinspectie direct kan optreden. Ook moet er een meldpunt komen waar ouders en leraren hun zorgen over deze 'informele scholing' kunnen uiten. Ook wil Wiersma een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) verplichten voor mensen die in dat informele onderwijs actief zijn. Dat schrijft hij vrijdag aan de Tweede Kamer.

50 dubieuze salafistische scholen en 1000 kinderen

Wiersma verwijst in zijn brief naar een onderzoek van Nieuwsuur en NRC uit 2019.  Daaruit kwam naar voren hoe bij minstens vijftig onderwijsplekken door het hele land anti-integratieve, antidemocratische en antirechtstatelijke overtuigingen werden opgelegd aan meer dan duizend kinderen. Volgens de onderzoekers behoren die vijftig instellingen tot een deel van 'het salafistisch spectrum' waarbinnen 'sprake kan zijn van problematische gedragingen'.

En ook extreemlinks en extreemrechts 'informeel onderwijs' moet bestreden

Het kabinet maakt zich naar eigen zeggen zorgen over deze ontwikkelingen en wil 'doortastend ingrijpen tegen deze excessen'. Wiersma: "Dit geldt uiteraard voor al het huidige en eventueel toekomstige informele onderwijs waar dergelijke ernstige ondermijnende lessen worden onderwezen, of het dit nu vanuit een religieuze, extreemrechtse, extreemlinkse of een andere ideologische overtuiging wordt gegeven." 

Wiersma: “Geen enkel kind mag leren dat de Nederlandse samenleving giftig is, dat je anderen mag discrimineren of dat de wetenschap ‘ook maar een mening is’. Bij de meeste informele scholen gaat het goed en helpen ze bij de ontwikkeling van jongeren, maar helaas is er een kleine kern waar het echt mis gaat. Waar je als kind bijvoorbeeld te horen krijgt dat onze rechtsstaat niets voorstelt of jongens en meisjes ongelijkwaardig zijn."

Het wetsvoorstel wordt begin volgend jaar naar de Kamer gestuurd.