Rechter: Gelderland mag wolven niet bestrijden met paintballgeweren

'Provincie onduidelijk over incidenten met tamme wolf'
De provincie Gelderland mag voorlopig niet verder gaan met het afschrikken van wolven met paintballgeweren. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland beslist. Gedeputeerde Staten hadden daarvoor toestemming verleend omdat er in het Nationaal Park De Hoge Veluwe een tamme wolf zou rondlopen. De voorzieningenrechter oordeelt nu dat de noodzaak van de maatregel onvoldoende onderbouwd is.
Rechter was al geen fan van maatregel
Om wolven die 'afwijkend gedrag' vertonen af te schrikken, mochten handhavers van de provincie Gelderland sinds 27 oktober met paintballgeweren op de dieren schieten. De Faunabescherming was het daar niet mee eens en vroeg de voorzieningenrechter om de ontheffing te schorsen totdat er een beslissing op haar bezwaarschrift is. Omdat handhavers al met paintballgeweren op pad gingen, besloot de rechter eerder deze maand het schieten per direct stil te liggen.
Provincie wazig over incidenten
Hoewel de rechtbank de signalen over het afwijkende gedrag van de wolf serieus neemt, heeft de provincie nu niet goed duidelijk gemaakt welke incidenten er precies zijn voorgevallen op de Hoge Veluwe. Zo is niet in beeld of het steeds over dezelfde wolf ging en ook niet of slechts sprake was van een nieuwsgierige jonge wolf.
Gevolgen verfkogels voor wolven onduidelijk
Verder is volgens de rechter niet goed gekeken naar andere opties dan het paintballgeweer, waarbij niet de mens maar juist de wolf beschermd wordt. Zo zou bijvoorbeeld een deel van het Nationaal Park voor publiek kunnen worden afgesloten, waardoor de wolf voedsel niet meer met mensen associeert. Het paintballgeweer is bovendien nog niet eerder ingezet en is daarmee een experimenteel middel. Het is onduidelijk of de verfkogels de wolf zullen verwonden en of een verfmarkering ervoor zorgt dat hij door zijn roedel wordt verstoten.
Met paintballgeweer op wolf schieten blijft voorlopig verboden https://t.co/Gd5IvXc0E2 pic.twitter.com/iYiJIycJO4
— rb Midden-Nederland (@rechtbankMNL) November 30, 2022