Nagenoeg de hele wereld is bezig met Central Bank Digital Currencies, zo valt op te maken van de website cbdctracker.org. De pilotversie van de e-CNY draait sinds de Olympische Winterspelen in een aantal Chinese steden, en ook centrale bankiers uit Nigeria en India zijn de afgelopen maanden naar buiten getreden om hun digitale munt te promoten. De voordelen zijn té groot om het niet te doen, aldus de bankiers. 

Maar die voordelen wegen niet op tegen alle nadelen, aldus Tony Yates, voormalig senior advisor bij de Bank of England en hoogleraar economie. In een ingezonden stuk in de Financial Times weerlegt hij stuk voor stuk de argumenten van voorstanders van CBDC's, in het bijzonder de digitale pond. 'It is a road that central banks should not be going down' merkt hij stellig op. Hoewel centrale bankiers van de monetaire machtsblokken (VS, EU, China) nog enige baat hebben bij het in stand houden van hun munt, hebben de bankiers van kleinere centrale banken dit niet; hun munt is toch niet heel significant. Het excuus 'ja, maar crypto' wuift hij weg met 'crypto is duur en inefficiënt, dus überhaupt geen concurrentie'.

Ook het alom genoemde argument rondom settlement efficiency, het (o.a.) kunnen verhogen van transactiesnelheden, vindt Yates onzin. Om een compleet nieuwe betaalinfrastructuur neer te zetten, zonder echt goede IT-kennis, zijn tienduizenden mensen nodig. Over inefficiëntie gesproken. Ten slotte gaat Yates in op andere mogelijke 'voordelen' voor centrale banken en hun bijbehorende economiën: het kunnen heffen van negatieve rente en het direct kunnen 'zappen' van geld in tijden van crisis (ook wel helikoptergeld); beiden zijn het reputatierisico niet waard, aldus de voormalig adviseur en hoogleraar. 

Is er dan niet één voordeel dat hij kan benoemen? Nee, zelfs dat niet. Yates sluit af met 'CBDC's zijn een enorme onderneming. Veel van de motivaties om het te doen zijn slecht en er zijn veel risico's. Ik dring er bij de centrale banken op aan om het niet te doen'.