Autobouwer Lightyear maakt definitief een doorstart. Eind februari wisten investeerders een crash van het bedrijf af te wenden met een financiële injectie van zo'n 8 miljoen. De fabrikant van de gelijknamige elektrische auto stond op het randje van de afgrond. Nu is het bedrijf gered: Lightyear heeft van de curator groen licht gekregen voor een doorstart.

De fabrikant kan nu een halfjaar tot een jaar teren op de opgehaalde investering. Voor de productie van het tweede model, de Lightyear toe, heeft het bedrijf nog behoorlijk wat beren op de weg. Om de realisatie van de opvolger van de Lightyear mogelijk te maken is minstens een miljard euro nodig.

'Veel financiers'

Dat er nog een fors bedrag moet worden opgehaald is wat de curator betreft geen reden tot zorg: ''Het gaat hier om een start-up, dan gaan de kosten voor de baten uit.'' Dat zegt curator Reinoud van Oeijen tegen de NOS. Voor een doorstart zijn financiers nodig die geloof hebben in het bedrijf, stelt hij. In het geval van Lightyear zijn dat de afgelopen jaren 'heel veel partijen geweest'.

Voor een doorstart was een berg geld nodig, maar die wist het bedrijf niet zomaar los te peuteren. De onderhandelingen verliepen moeizaak en door onenigheid over patenten dreigden investeerders de deur dicht te gooien. De grootste problemen lijken voor de autofabrikant opgelost nu het geld binnen is en ook de patenten worden ondergebracht in het nieuwe bedrijf.

Opladen tijdens het rijden

Lightyear maakt elektrische auto's met zonnepanelen, daarmee moeten de wagens tijdens het rijden worden opgeladen. Door het rijbereik te vergroten hoopt de fabrikant meer mensen aan de elektrische auto te krijgen. Een beperkte afstand die in een keer kan worden afgelegd zou voor veel mensen nog een reden zijn om niet over te schakelen. Als nieuw bedrijf gaat de Helmondse fabrikant aan de slag met de productie van de Lightyear 2.