Vanaf 2020 tot en met 2022 hebben 710 statushouders een aangeboden woning geweigerd. Na enige druk aanvaarde het merendeel een nieuwe woning, 40 statushouders zijn in die periode op straat gezet. Dat schrijven staatssecretaris asielzaken Eric van der Burg (VVD) en minister voor wonen Hugo de Jonge (CDA) aan de Tweede Kamer na vragen van de PVV.

Uiteindelijk op straat gezet

Bij het weigeren van een woning start het COA een zogeheten woningweigeringsprocedure waarbij met de statushouders in gesprek wordt gegaan. In het merendeel van de gevallen is de reden voor weigering ongegrond 'en aanvaardt de betrokkene alsnog de woning'. Maar wanneer statushouders volharden, wordt hun eet- en leefgeld per direct beëindigd en moeten ze de asielopvang verlaten. Uiteindelijk stapt het COA naar de rechter en worden de statushouders op straat gezet.

De cijfers

Overzichtje van het kabinet. In het jaar 2021 waren 5 'ontruimingstitels' van toepassing op circa 20 personen. Omdat daar minderjarigen tussen zaten, is voor drie gezinnen alsnog bemiddeld naar huisvesting of hebben deze zelfstandig een woning gevonden.

Kabinet vindt klagen in eigen land geen optie

"Deelt u de conclusie dat ondankbare, klagende statushouders beter kunnen gaan klagen in hun eigen land?" willen vragenstellers Geert Wilders en Alexander Kops nog weten. Dat doet het kabinetsduo dus niet: "Nee. Wij weten dat ook voor de PVV de vrijheid van meningsuiting een uiterst belangrijk grondrecht is. Menig vergunninghouder is gevlucht uit een land waar dit recht allerminst gegarandeerd is."