Het metershoge zeeschuim dat op 11 mei aan vijf surfers het leven kostte voor de kust van Scheveningen is ontstaan door  een uitzonderlijke combinatie van veel algenresten en een voor dit jaargetijde ongebruikelijk harde wind uit het noord-noordoosten. 

Dat concludeert het Koninklijk Nederlands Instituut voor het Onderzoek der Zee (NIOZ) uit een eerste onderzoek. Waarschijnlijk heeft voorafgaande periode van veel zon gezorgd voor de groei van uitzonderlijk veel schuimalgen in zee. een dag voor het drama nam de bloei af door bewolking en meer menging. Daardoor kwamen de algenresten vrij in zee. De noord-noordoostenwind dreef op 11 mei het gevormde schuim vervolgens naar het zuiden, waardoor het zich ophoopte tegen obstakels die dwars op het strand in zee steken, zoals het Noordelijk Havenhoofd van Scheveningen. 

Lessen

Het NIOZ adviseert nu om voorlichting te geven aan strandwachters en watersporters, omdat het ontwikkelen van een adequaat geautomatiseerd waarschuwingssysteem tijd zal kosten. "Dan moet je niet alleen de hoeveelheid schuimalg en het schuim nauwkeurig blijven monitoren, je moet ook de actuele windsterkte en -richting real time, tot in groot detail én zeer lokaal kunnen voorspellen", concludeert algenonderzoeker Katja Philippart. Voorlopig zullen de mensen dus zelf nog de voorspellingen moeten doen op dit gebied.