Het kort geding dat was aangespannen door de Stichting Viruswaarheid en 29 Nederlandse reizigers over de verplichte negatieve coronatest voor een reis naar Nederland is van de tafel geveegd. De rechtbank Den Haag oordeelde dat er inmiddels voldoende wettelijke basis is voor een dergelijke voorwaarde.

In een eerder kort geding won Viruswaarheid nog en beval de rechter de Nederlandse staat om het mogelijk te maken dat die eisers, drie Nederlandse toeristen, zonder PCR-test naar Nederland konden terugkeren. Destijds was er nog onvoldoende wettelijke grondslag voor deze maatregel, maar dat is inmiddels aangepast met een wetswijziging.

"Inmiddels is de verplichting ook opgenomen in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19. Daarmee is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter nu wel een voldoende wettelijke basis voor de getroffen maatregelen", valt in de uitspraak te lezen. 

Andere bezwaren

Ook andere bezwaren veegde de rechter zonder pardon van tafel. De eisers beargumenteerden onder meer dat hun grondrechten werden geschonden en dat de PCR-test niet beschikt over de eigenschappen voor het ingezette doel. Toch leverde dat niets op bij de rechter. "De opgelegde beperking kan worden gerechtvaardigd vanuit het belang van de volksgezondheid dat de Staat, op grond van andere grondrechtelijke bepalingen, moet dienen", oordeelde de magistraat. "De regeling wordt dus in stand gelaten."