De EU deed begin maart de Russische staatszenders RT en Sputnik in de ban naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne. Dat was de inmiddels partijloze senator Theo Hiddema ook niet ontgaan. Vanuit de Eerste Kamer gooide hij een setje vragen over de schutting bij Media-staatssecretaris Gunay Uslu (D66). Want als zelfs de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) bezwaar maakt tegen een dergelijke maatregel, is het wellicht tijd om even achter de bewindspersoonlijke oren te krabben. Maar daar heeft Uslu geen boodschap aan, schrijft ze maandag aan de Chambre de Réflexion. 

"Laten we aub ons blijven onderscheiden als rechtsstaat en burgers zelf laten kiezen", twitterde secretaris van de NVJ Thomas Bruning destijds:

Onverstandig idee om RT en Sputnik te gaan weren/verbieden in Europa.
Laten we aub ons blijven onderscheiden als rechtsstaat en burgers zelf laten kiezen. Wetsovertredingen wel aanpakken, maar niet zoals Rusland zenders gaan verbieden!

— thomas bruning (@thomasbruning) March 1, 2022

'Met unanimiteit van stemmen aangenomen'

Maar daar heeft Uslu lak aan want alle EU-lidstaten zijn akkoord met het weren van de zenders, laat ze weten. "Het Raadsbesluit, op basis waarvan deze sanctiemaatregel is ingesteld, is met unanimiteit van stemmen aangenomen door de Raad van de Europese Unie zoals noodzakelijk is voor het instellen van EU-sancties."

'Er is geen sprake van een verbod om inhoud te ontvangen'

"Acht u de Nederlandse burger, vertrouwd met het karakter van de NPO, niet in staat onderscheid te maken tussen werkelijkheid en de fictie van opiniemakers?", vroeg Hiddema zich af. Daar gaat de bewindsvrouwe niet verder op in anders dan: "Er is geen sprake van een verbod om inhoud te ontvangen." 

Om daaraan toe te voegen dat de sanctiemaatregel zich richt op exploitanten aan wie het verboden is mee te werken aan het uitzenden van inhoud van RT en Sputnik. "Als opzet van de overtreding van een sanctieregeling is aangetoond, is er sprake van een misdrijf waarop gevangenisstraf tot maximaal 6 jaar staat of een geldboete van maximaal de 5de categorie (€ 90.000,-). Zonder opzet is er sprake van een overtreding waarop gevangenisstraf tot maximaal 1 jaar staat of een geldboete van maximaal de 4de categorie (€ 22.500,-)."