Er worden miljarden gestoken in het beschermen van het klimaat, maar de uiteindelijke prijs van de klimaatmaatregelen van de overheid is onduidelijk. Dat stelt de Algemene Rekenkamer. De administratie van de verschillende klimaatuitgaven is een rommeltje. Hierdoor krijgt de Kamer geen consistent beeld van de kosten van het klimaatbeleid.

Een voorbeeld van de chaotische administratie is de prijs die Nederland betaalt voor het uitkopen van varkensboeren. Bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat deze post in de boeken voor 44 miljoen, terwijl de maatregel volgens de boeken van het ministerie van Landbouw 259 miljoen kost. De kosten van maatregelen volgens de uitvoerende ministeries verschillen ook vaak van de weergegeven kosten in de Miljoenennota en de Klimaatnota.

Jetten

Volgens de Rekenkamer hebben veel uitvoerende ministeries en het ministerie van Financiën uiteenlopende manieren om de kosten van klimaatmaatregelen te berekenen. Ook minister Rob Jetten (D66) heeft weer een eigen werkwijze bij het bepalen van de kosten, een werkwijze die verschilt van die van zijn eigen ministerie (EZK). Er geldt eveneens geen vaste definitie voor wat precies een klimaatmaatregel is en wat niet. Ministeries mogen deze benaming naar eigen inzicht aan een post geven,

De Rekenkamer stelt dat de onduidelijkheid rond de klimaatuitgaven zorgelijk is. Door het rommeltje wordt het voor de Kamer "lastig uw budgetrecht en controlerende taak goed uit te oefenen", aldus de Rekenkamer. Klimaatminister Jetten heeft de taak om klimaatuitgaven van het kabinet in een helder overzicht aan te leveren, maar dat wordt met de huidige administratie erg lastig.