“Het is onbetaalbaar geworden!” “Je komt nergens meer tussen!” “Alles is naar de klote!” — zomaar een greep uit de standaard reacties onder elk nieuwsbericht over de woningmarkt. En ja, het is begrijpelijk: huizen zijn duur, huren nog duurder. Maar het is ook te makkelijk. Huizenprijzen stijgen, maar rente daalt en lonen gaan omhoog. Het wordt tijd dat we iets dieper rekenen dan alleen ons ongenoegen.
Want wie de cijfers niet alleen voelt maar ook doorrekent, ziet dat er wel degelijk iets in beweging is. De hypotheekrente is de afgelopen maanden gedaald. Lonen zijn juist gestegen. En samen zorgen die twee voor een verrassend effect: je kunt méér lenen en je maandlast kan zelfs lager uitvallen dan een jaar geleden.
Meer salaris = meer leencapaciteit
Inkomens zijn in 2024 gemiddeld met zes tot zeven procent gestegen. Dat heeft direct effect op wat je mag lenen. Banken rekenen grofweg met wat je netto kunt besteden per maand. Hoe hoger je inkomen, hoe meer ruimte je hebt om een hypotheeklast te dragen.
Een tweede factor is de rente. Hoe lager die is, hoe meer je kunt lenen bij hetzelfde inkomen. Want als je maandlasten dalen, blijft er meer over voor de aflossing. En dat rekent de bank gewoon mee.
Zo ontstaat de paradox: de woningmarkt voelt zwaarder dan ooit, maar op papier is je positie als koper juist ietsje verbeterd.
Neem de hypotheekrente bij ABN AMRO van dit moment (peildatum eind juni 2025): 3,5 procent voor tien jaar vast met NHG. Sluit je een hypotheek af van 300.000 euro, dan zit je bruto maandlast rond de 1.348 euro.
In mei 2024 lag die rente nog op vijf procent. Een hypotheek van 275.000 euro (met daarin de gestegen huizenprijzen sinds die tijd verwerkt) kostte je toen 1.477 euro per maand. Dat is dus 25.000 euro minder lenen, maar 125 euro méér betalen. De combinatie van lagere rente en gestegen inkomen maakt hier echt het verschil.
Dat er meer mogelijk is, zie je ook terug in de cijfers. Het aantal jonge huizenkopers steeg het afgelopen jaar flink.
Mensen denken vaak in headlines: “alleen de rijken kunnen nog kopen”, “huur is goedkoper dan kopen”. Klopt deels, maar te simplistisch. Reken je in op je eigen situatie, dan ontdek je dat die scherpe rente én jouw brutoloon samen maken dat kopen misschien wél kan. Zelfs als de huizenprijzen blijven stijgen.
Dit is geen verhaal over regenbogen en eenhoorns. Het is nog steeds lastig om een woning te bemachtigen. Vooral ook omdat verwacht wordt dat het woningtekort de komende jaren zelfs nog oploopt. Nieuwbouw wordt onder meer belemmerd door onder meer het stikstofprobleem en een toenemend aantal bezwaarprocedures. Maar het is wél een aanmoediging om je situatie door te rekenen in plaats van af te schrijven. Want ergens tussen je loonstrook en de rente van de bank ligt misschien toch dat huis dat je niet dacht te kunnen betalen, maar misschien wél kunt.