Aan de Vrije Universiteit Amsterdam is ophef ontstaan na het terugtrekken van de nominatie van Marlon Uljee, oprichter van de rechtse Vrijmoedige Studenten Partij (VSP). Uljee was door de faculteitsstudentenraad unaniem voorgedragen voor de jaarlijkse Student Talent Award, maar het faculteitsbestuur stak daar onverwacht een stokje voor.
De studentenraad motiveerde de voordracht met het uitzonderlijke werk dat Uljee volgens hen in korte tijd heeft verricht. In twee jaar tijd bouwde hij de VSP op van een kleine campusclub tot een organisatie actief op vijf universiteiten, met honderden aangesloten studenten. Ook wees de raad op zijn onderzoek naar academische vrijheid aan de VU, dat volgens hen bijdroeg aan het debat over diversiteit van perspectieven binnen de universiteit.
Toch wees het faculteitsbestuur de nominatie af. Volgens de betrokken studentenraad gebeurde dat zonder inhoudelijke motivatie. De portefeuillehouder onderwijs, Mariëtte Huizinga, zou volgens de berichtgeving hebben aangegeven dat zij Uljee niet vond passen binnen de criteria van de prijs, maar verdere uitleg bleef uit. De raad reageerde verbaasd, omdat de nominatie juist gebaseerd was op een combinatie van maatschappelijke inzet, organisatorische prestaties en vernieuwende initiatieven binnen de academische gemeenschap.
Uljee vroeg het faculteitsbestuur om heroverweging en vroeg om transparantie over de beslissing. Volgens hem speelt er meer dan alleen een procedurele kwestie. Hij stelt dat zijn politieke overtuiging de echte reden is dat de nominatie werd geschrapt. “Dit heeft niets te maken met kwaliteit en alles met mijn naam en mijn politieke kleur,” zei Uljee. Hij noemt de gang van zaken symptomatisch voor wat hij ziet als een breder patroon waarin rechtse studentenorganisaties aan universiteiten structureel worden tegengewerkt.
Vanuit de studentenraad klinkt dezelfde frustratie. Volgens hen wordt het werk van studenten met progressieve of activistische idealen veel sneller beloond, terwijl een rechts geluid nauwelijks dezelfde erkenning krijgt. De summiere terugkoppeling van het bestuur — dat het Uljee “niet vond aansluiten bij de criteria” — wordt door betrokkenen omschreven als onvoldoende en niet inhoudelijk gemotiveerd.
Uljee noemt de beslissing “een aanval op het open debat”. Hij stelt dat echte ideologische diversiteit aan de universiteit alleen kan bestaan als ook studenten met een uitgesproken rechts profiel dezelfde kansen krijgen op erkenning. Volgens hem laat deze zaak zien dat dat op dit moment niet het geval is.