In het Ierse plaatsje Tuam beginnen binnenkort opgravingen bij een voormalig klooster. Het terrein was jarenlang in gebruik als moeder-en-babyhuis, gerund door nonnen. In en rond een oude septic tank worden de resten van ten minste 798 overleden kinderen verwacht. De meesten kregen nooit een graf, laat staan een officiële registratie.
De ontdekking is te danken aan jarenlang archiefonderzoek door historica Catherine Corless. Zij toonde aan dat slechts twee kinderen administratief als begraven staan geregistreerd. De andere lijken verdwenen, maar vermoedelijk eindigden ze zonder ceremonie in wat lokaal bekendstaat als ‘de put’.
Tekst gaat verder onder de video.
Tussen 1925 en 1961 werden ongehuwde vrouwen vaak gedwongen naar het klooster gestuurd om te bevallen. Wat bedoeld was als hulpverlening ontaardde in falend toezicht, gebrekkige medische zorg en hoge sterfte onder pasgeborenen. De omstandigheden waaronder veel baby’s stierven, zijn niet overal gedocumenteerd.
De daadwerkelijke opgraving start in juli. Het terrein is inmiddels afgezet. De autoriteiten noemen het een complexe operatie, onder meer vanwege de staat van de resten en het risico dat stoffelijke overschotten zijn vermengd. DNA-analyse moet duidelijkheid bieden over de identiteit van zoveel mogelijk slachtoffers.
Doel is alsnog een waardige rustplaats te kunnen geven, zes decennia nadat veel families abrupt afscheid moesten nemen, als ze dat al mochten. De Ierse overheid bood in 2021 officiële excuses aan voor het systematisch falen binnen deze instellingen.
De zaak in Tuam heeft nationaal en internationaal aandacht gekregen als symbool voor een bredere reeks misstanden binnen Ierse kerkelijke instellingen. De opgraving is niet alleen een technische operatie, maar ook een proces van erkenning voor wat er achter kloostermuren is gebeurd.